Dit jaar pakten we het anders aan op onze stedentrip: Berlijn is niet zo ver, daarom kozen we niet de auto, niet het vliegtuig maar de trein. Want we hebben nooit eerder een treinreis gemaakt. Het nadeel is dat de reis iets langer duurt, waardoor we mensonterend vroeg het bed uit moesten.
We reisden gewoon met de 2e klasse, een Intercity met overstap op een Duits treinstel in Amersfoort. En met de metro naar Rotterdam. Dus uiteindelijk begon de reis gewoon met een wandeling. Bij binnenkomst in Rotterdam Centraal (voor niet Rotterdammers ook wel “De Puntzak”) hebben we bij de onvermijdelijke poortjes uiteraard staan stuntelen met de e-ticket. Over de intercom hoorden we dat er problemen waren op het traject naar Amersfoort. Sommige treinen vielen uit. Nu waren we voor de zekerheid al een beetje vroeg gegaan, waardoor we in de gelegenheid waren om een trein eerder te nemen. Als we de IC naar Berlijn maar niet zouden missen. Gelukkig werkte dat. We hadden in Amersfoort nog alle tijd om een kop koffie te drinken en een saucijzen broodje te eten. Zoals we toen nog verwachtten arriveerde de trein met de DB wagons precies op tijd. We vonden gelukkig een goed plaatsje naast elkaar. Laat de reis nu maar echt beginnen.
Bij de grens hadden we inmiddels 8 minuten vertraging. De oorzaak was een boemeltje wat voor ons zat, wat ook al vertraging had. Uiteraard is inhalen op het spoor onmogelijk. In Bad Bentheim werd de Duitse loc aangekoppeld, en ook de Nederlandse staf vervangen. Geen idee waarom we hier nu wéér vertraging hadden.
Wat het reizen met de trein zo leuk maakt is het feit dat je ongebreideld mensen kan observeren. Mensen die gewoon gaan picknicken in de trein. Compleet met kleedje over de tafel, salades en een sinaasappel die zijn eigen weg koos door het gangpad helemaal af te rollen. Mensen die het maar ongemakkelijk vonden dat andere mensen op de lege plek naast hen wilden zitten (toevallig dezelfde mensen als die van de picknick). Of 2 chinezen die allebei de hele trein op en neer sjouwden met hun hutkoffer voor ze een plekje naast elkaar hadden gevonden. Het was ook leuk om te zien dat het contingent Duits sprekende mensen steeds groter werd.
Wat me nu juist zo leuk leek van het reizen met de trein is het meemaken van het veranderende landschap. En juist dat viel nogal tegen. Eigenlijk veranderde er niet zo veel. Zo hebben we hele lappen bos doorkruist. Heb je een boom gezien, heb je ze allemaal gezien. Dat was dus op sommige momenten wat saai.
Het werd pas weer spannend in Berlijn. We kwamen aan op Berlin Hauptbahnhof, een groot station met sporen voor trams, metro’s, lokale treinen en uiteraard voor de overige treinen. Wat moesten we kiezen om bij het hotel te komen. Uiteindelijk kwamen we bij een uiterst irritante (of geïrriteerde) mijnheer van de informatie. Op onze vraag hoe we het beste konden reizen, kwam hij met een tegenvraag: Of we een 4 daagse toeristen kaart wilden voor het stedelijk vervoer, of en 72 uurs kaart. Op ons antwoord dat we graag wandelen kwam het chagrijnig uitsproken maar wel correcte advies. We konden met ons e-ticket nog wel meereizen met de S-Bahn (een soort bovengrondse metro) maar voor het laatste stukje met de U-Bahn (het ondergrondse equivalent) moesten we een kaartje kopen. Lekker ouderwets, met een stempelautomaat. Ach, misschien gaat het op de terugweg allemaal weer anders. In ieder geval hebben we weer een nieuw “avontuur” mee gemaakt.
De ontvangst bij het hotel was uitstekend. Ons werd verteld dat we na de 4 geplande dagen zouden zijn omgevormd tot Berliner. Ik ben benieuwd. De eerste stap is a gezet. In een restaurantje in de nabije omgeving van het hotel hebben we al Schnitzel en Schweinshaxe gegeten. Zelfs met Sauerkraut. En uiteraard een lekkere Berliner Pilsner. Misschien heeft de man wel gelijk met zijn voorspelling.